Select Page

Uit de nieuwskeuken van Seven: regenjas

Uit de nieuwskeuken van Seven: regenjas

Beste lezers,

 

Regen en wind, herfstige dagen. Mijn vriend belde mij, of ik meeging naar het strand, want ‘je moet toch eens iets anders doen dan alleen maar schrijven’. Zeker, maar het strand was geen voor de hand liggende bestemming, want het stormde en regende. Maar mijn vriend bleef maar argumenteren om ten slotte te besluiten met :’Oe prirody njet plochoi pagodi’,een typisch Russisch gezegde dat betekent: ‘In de natuur bestaat geen slecht weer.’

Onzin, natuurlijk, want als je érgens slecht weer vindt, is het wel in de natuur. Binnenshuis krijg je überhaupt geen weer, goed of slecht, al zou je ervoor betalen; buiten daarentegen is het weer grillig maar alomtegenwoordig en bovendien gratis. Daarom besloot ik toch mee te gaan naar het strand.

Op het strand verliep alles zoals het hoort.

Ik zag er hoe kleine meisjes probeerden dapper te spelen in de striemende regen, maar de storm rukte de bal uit hun handjes, onbekende verten tegemoet. De kolkende zee fluimde grauw schuim en het rondstuivende zand koekte vast in mijn mond, neus en ogen. ‘Lekker fris’, meende mijn vriend, die onverklaarbaar opgewekt van aard is.

Op de dijk stond een jonge, serieuze man die ik noch mijn vriend kenden. Hij was duidelijk geen vader, want daarvoor was de blik in zijn ogen niet doods genoeg. Hij sprak ons aan en vertelde dat hij van de Regenwacht was. ‘Het gaat steeds harder en vaker regenen,’ zei hij. Daarna vroeg hij of wij naar een open avond van de Regenwacht kwamen, om te bespreken wat wij met onze tuin konden doen om hem tegen de regen te beschermen. ‘Ik heb enkel een kleine tuin,’ zei ik. Maar zijn woorden bleven hangen, want tegen regen is beschermen wel een must dus besloot ik een tweede regenjas te kopen. Vroeger, toen alles beter was, vooral het weer, had ik geen regenjas. Die had ik niet nodig. Het regende wel, maar het regende anders. Het regende op een normale manier. Het was ook warm op een normale manier. Meestal was het een beetje koud en regende het een beetje. We hadden niets, maar we waren toch gelukkig. Zoiets. Maar als het tegenwoordig regent, wordt er ergens een emmer omgekeerd waarvan je in een paar seconden tot op het bot doorweekt raakt. Daar heb ik een paar jaar over gezeurd, net als over de hitte, en nu was het tijd om er iets aan te doen. Ik zou gaan leven volgens het Scandinavische spreekwoord ‘Er bestaat niet zoiets als slecht weer, alleen zoiets als slechte kleding.’ De Scandinaviërs verwoorden alles overigens pakkender. Ik had inmiddels al een tijdje een regenjas, een allesbedekkend ding met flappen, klittenband, touwtjes en reflecterende panelen, maar daarover had mijn muze mij gezegd: ‘Je regenjas doet me denken aan mijn moeder.’ Als een moeder zegt dat iets haar doet denken aan haar moeder, moet je het desbetreffende kledingstuk onmiddellijk weggooien.

Ik moest een normale regenjas.

Die kocht ik, een halflange, en die trok ik aan. Maar toen werd het in een paar dagen tijd ineens koud. Ik had een derde regenjas nodig, een warme. Ik heb nu een lijst gemaakt van alle regenjassen die ik nog nodig heb. Een gevoerde regenjas dus, voor als het koud is. Een luchtige regenjas met allerlei gaten erin, voor als het binnenkort weer veertig graden wordt. Een mooie regenjas, voor als ik iets leuks ga doen. Een allesbedekkende regenjas die toch niet moederachtig aandoet. Dat zijn vier regenjassen.

Je doet wat je kunt voor het klimaat, maar het klimaat maakt het voor mij noodzakelijk om meters en meters regenwerend textiel aan te schaffen.

Maar het is wat het is, en regenjassen zijn belangrijk. 

Beneden is mijn muze al volop bezig aan het ontbijt, ik geur de koffie dus dat betekent dat ik stilletjes aan deze column moet afronden. Zonder regenjas ga ik straks de trap afdalen, genieten van een kopje zwarte troost en nagenieten van het feit dat ik een eerste boek heb uitgegeven. Maar daarover zal ik het hebben in mijn column van volgende week.

Graag tot meer lees volgende week.

Groeten,

Seven.

About The Author

mm

Wilfried Defillet schrijft al jaren als freelance-journalist en was o.a. correspondent van GvA voor het district Deurne. Hij werkt mee aan buurtbladen zoals 't Vliegerke en Borgerblad

Leave a reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *