Uit de nieuwskeuken van Seven: koeien
Beste Lezers,
Zaterdagochtend. Bij een eerste tas koffie dwalen een soort nautische mijmeringen door mijn hoofd. Ik denk terug aan de zomermaanden toen mijn muze, verdwaald in gedachten, de nagenoeg gladde zee monsterde. Her en der rimpelde ze lieflijk, alsof een vrouwenhand zachtjes over blauw fluweel strijkt. Het water was als een schilderspalet waarop een kunstenaar los was gegaan in alle mogelijke kleuren blauw. Ik weet hoe het eindeloze ritme van het water een hypnotisch effect op haar heeft. Ze staart en staart. Haar ogen, gewend als ze zijn aan het ingeklemd zitten tussen de vier muren van thuis en kantoor, kunnen er maar geen genoeg van krijgen. De weidsheid van de zee geeft haar een enorm gevoel van vrijheid. Rust ook. Hier lijken enkel nog haar liefdes-en gelukshormonen te werken. Die maken zelfs overuren. Als de zon langzaam wegzakt richting horizon, had ze voor ze helemaal verdween nog genoten van een onvoorstelbare lichtshow. De zomer is voorbij. Straks zal de herfst regeren en moet ik denken hoe lieflijk mijn muze het dan heeft over allerlei dingen die zich aanpassen. Koeien bijvoorbeeld. Ik heb er in een kladschriftje nog iets over gevonden. Vandaag deel ik het graag met jullie. Want ook dit jaar zullen ze weg zijn. Zomaar ineens. Verdwenen. Pleite. Foetsie.
Hoewel ik weet dat deze dag zal aanbreken, ben ik er steeds onaangenaam door verrast. De koeien worden door de boer uit de wei gehaald en op stal gezet, waar ze de komende maanden tot mijn oneindig chagrijn zullen blijven. Ik mis ze nu al.
Op een dag zijn ze weg terwijl ze er gisteren nog stonden. Niks zo ontstressend als naar die vreedzaam grazende herkauwers kijken. Zwart-wit gevlekte exemplaren of bont boerenbruin gekleurd. Zesentwintig stuks sterk bevolkten deze zomer het sappige grasland.
Sinds het vroege voorjaar had ik ze geregeld opgezocht als ik naar buiten ging. Lekker even uitwaaien, mijn hoofd leegmaken of gewoon, samen met L. (van het bekende liedje van The Kinks), een gezellig ommetje maken. Ze waren er altijd, zij het dat ze soms in de ene en dan weer in een andere wei opdoken.
Steevast genoot ik van het geluid dat ze maakten als ze gretig het gras lostrokken en aan het kauwen sloegen. Van dichtbij bleken ze wondermooie grote ogen te hebben met van die jaloersmakend lange wimpers. En in welk humeur ik op dat moment ook was, dankzij de koeien verscheen er als vanzelf een glimlach om mijn lippen. Ze maakten me blij en sereen met hun aanwezigheid.
Ik heb ze ademloos gadegeslagen toen ze, eindelijk bevrijd uit de donkere krochten van hun stal, vreugdedansjes maakten in het frisgroene lentegras. Nooit geweten dat deze toch wat log ogende dieren zo sierlijk konden bewegen. Ik werd er zelf acuut vrolijk van. Een soort instant geluksgevoelens gegarandeerd.
Wat later in het jaar heb ik ze bewonderd met hun aandoenlijke en nieuwsgierige kalfjes, waarbij de moeders mij waakzaam in het oog hielden als ik naar hun smaak iets te dicht bij het hek kwam.
Tijdens de zomerhitte kon ik langere tijd naar ze staren om te zien hoe ze alle 26 gezusterlijk in de schaduw van de lommerrijke bomen lagen, terwijl hun kaken eindeloos kauwden, hun oren zich af en toe spitsten en hun staarten op en neer zwiepten in niet aflatende pogingen om die hinderlijke vliegen te verjagen. Veel landelijker dan dit wordt het niet.
Tijdens een van mijn wandelingen zag ik dat er een touw over de weg was gespannen. De boer was druk in de weer om de koeien van de ene wei naar de andere wei te loodsen. En daar kwamen de dames, met twee à drie naast mekaar, in een nette rij de weg over gestoken. Het zag er idyllisch en landelijk uit. Het rook naar vroeger.
Ik knoopte een praatje aan met de boer, gestoken in de onvermijdelijke blauwe overall met rubber laarzen. En nee, voor hem geen kekke motiefjes erop maar gewoon de ouderwetse groene variant. Zijn gezicht en handen vertoonden de gebruinde en wat ruwe tekenen van het boerenbuitenleven. Nog even en ze zijn weg, de koeien. Prachtige herkauwers, en dat is een waarheid als een…
Graag tot meer lees volgende week.
Groet,
Seven.
Recente reacties