Bijenburcht in het Boekenbergpark
Onlangs werd in het Boekenbergpark bij de kluit van een omgevallen boom een mededeling geplaatst over een ‘bijenburcht’ in wording. De groendienst laat de wortelkluit bewust liggen omdat deze plek een prima nestgelegenheid biedt voor allerlei insecten. Vooral voor solitaire bijen. Juul Slembrouck, die zich samen met zijn kompaan wijlen Piet Gillard, heeft ingezet voor het behoud van de natuurwaarde van domein Boekenberg, schreef volgende korte beschrijving van het gekozen biotoop.
Het betreft een door de laatste zware storm getroffen boom, een vederesdoorn, en zijn wortelkluit op een goede meter van de asfalten wandelweg aan een kant en op circa 5 meter van de oever van de serpentinevijver. Deze klomp is ongeveer 6 meter lang en 2 meter hoog. Bovenop een meegesleurde meidoorn. Zowel boom als de meidoorn leverden een massa kleine worteltjes op. Slechts één grote wortel, een forse arm dik en een meter lang, komt voor langsheen de asfalten wandelweg, blijkbaar beperkt door gebrek aan zuurstof.
Tussen de worteltjes is hier en daar naakte bodem, lichte zandleem, te zien, inmiddels door de regen hier en daar gladgestreken met helling van plusminus 50 graden. Zo te zien een ideale gelegenheid voor zand- en/of andere bijen, bovendien in een beschermd landschap (K.B. 23.1.1974).
Een portie struiken (namen niet bekend) raakt de klomp: een oude aanplant van groot hoefblad die in de lente prachtig in bloei komt, maar die door de groendienst afgekapt wordt (waarom ?).
De vederesdoorn is er een van de zes, waarvan er inmiddels twee zijn omgevallen (oorzaak onbekend). De ene nog overblijvende is circa 20 m. hoog maar met stervende kruin. Twee jongere bomen vervangen de verdwenen bomen
De groendienst heeft zorgen met de oever en heeft dit jaar een zwarte els en enkele andere oudere bomen op de grens water/oever gekapt, vermoedelijk omdat het moeilijk is in het water gevallen bomen weg te halen. Een reeds lang geleden, deels in de vijver, deels op de oever omgevallen zomereik herbergt een schat van mossen! Enkele helemaal in het water gevallen bomen vormden een ‘wacht-plaats’ voor een op vis jagende reiger. Intussen is alle vis door het droog vallen van de vijver verdwenen.
Erg opvallend is, dat sinds twee jaar de woekerende exoot dwergkroos (Lemna minuta) héél de serpetinevijver tot de laatste cm² bedekt. Meerkoet en waterhoen zwemmen er rustig doorheen, begeleid door ganzen en eenden.
De verwachte bijen krijgen licht genoeg om hun burcht te bereiken, hoewel deels oostkant, deels zuidkant en westkant hoge, kruinsluitende bomen staan. Waar ze de nectar vandaan zullen halen weet ik niet, maar dat weten zij wel.
En nu maar wachten op de lente!
Juul Slembrouck
Recente reacties