Select Page

Uit de nieuwskeuken van Seven: kerststress

Uit de nieuwskeuken van Seven: kerststress

Beste lezers,

Kerst, kerst, kerst…Oké, het is de tijd van het jaar. De radiostations draaien volop kerstplaatjes, de digitale kerstkaarten ploffen weer in mijn mailbox en in whatsappgroepen regeert King Jingle-bells. De sneeuwvlokken geven verstek maar kerstbelletjes, kerstmannen (nooit een vrouw trouwens, maar dat geheel ter zijde) en rendieren tekenen present. Er zijn vallende sterren en weeë muziekjes in de straten en op pleinen, schuifelende koopjesmensen en boosterprikken.

En ik? Ik moet nog een column schrijven.

Maar ik wíl helemaal geen column schrijven.

Ik wil even geen mening hebben, nergens over. Ik wil nergens over nadenken, want dat denken houdt toch al niet op, nooit, en ik wil niemand lastigvallen met een mening, een opvatting, een analyse of een kerstboodschap.

Ik wil zelf ook door niemand lastiggevallen worden.

Waarom is er geen uitknop voor gedachten? Ik wil dus geen column schrijven, want ik moet nog allemaal dingen doen.

Voordat m’n muze én lief op bezoek komt. Neen, ik geef het toe : ik ben geen kerstfanaat.  Waarom lijkt de hel die kerst voor mij is eindeloos te duren? Hoe overleef ik deze kerst?

Ik lijd aan kerststress. Het is een afgrijselijke ziekte en ik kom er niet vanaf. En nu ga ik jullie mogen uitleggen waarom ik -vanaf het moment dat ik die ene rotsong hoor- een redeloze, bittere haat voel tegen alles wat kerst is?

Of het echt waar is, van die diepgewortelde aversie tegen kerstballen, kerstman, kerstreclame, kerstkransjes, nepsneeuw, kerstmuziek.

NATUURLIJK IS HET WAAR!

Soms droom ik ervan dat ik buitengewoon aardig, sympathiek en wellevend ga doen tijdens de kerstdagen. Ideaal lief, ideale gastheer, ideale man, ideale kok, ideaal mens. Soms droom ik ervan dat ik tijdens kerst met alles en iedereen afreken, en met mezelf. Dat ik een kerstdiner maak met  Festen-achtige kwaliteit, waarbij alles wat liever ongezegd zou moeten blijven rauw en confronterend op tafel wordt gegooid en de gasten een voor een huilend of woedend het huis verlaten, tot ik eenzaam en alleen overblijf, en grimmig en vervaarlijk naar het uitdovend haardvuur staar. Tot dusver ben ik er te laf voor.

Het woord bestaat echt: kerststress. Dat wil zeggen: de zoekmachine zegt dat het bestaat. En ik ga eronder gebukt, dus het bestaat sowieso.

Er zijn onderzoeken naar gedaan, naar hoe mannen en vrouwen kerststress ervaren. Het zijn allemaal varianten op dat heilig moeten, van kerstdiner tot kerstdrink. Zelfs de lijstjes met tips hoe de kerstdagen te overleven, gaan er meestal vanuit dat je je niet aan de ‘gezelligheid’ onttrekt. Het is een vorm van massapsychose, aangewakkerd door commerce, oude, zinloze rituelen en ook nog iets met religie. Awel, bedankt, God. Ik las in een oude Libelle: het geeft heus niet als je kerstdiner niet perfect is: “Omarm je mislukkingen.” Tuurlijk dat..

De kerststress beneemt me ieder jaar het zicht op wat werkelijk belangrijk is: het koesteren van wat je dierbaar is. Momenten van terugkijken, van (zelf-) reflectie. Je geborgen weten tussen degenen die je liefde verdienen. Het is net alsof al die randverschijnselen van kerst maken dat ik dat -bijna- niet kan aanraken. Bijna.

Gisteren sprak ik iemand die dit soort patronen en gedachten buitengewoon helder analyseert. Wat ben je aan het doen, vroeg-ie. Ik stond buiten in de tuin, letterlijk gedachteloos, en ik keek naar de wolken. “Ik kijk naar de wolken”, zei ik. En exact op dat moment voelde ik een overweldigende, vertragende rust. De eenvoud en de schoonheid van de lucht, niet gehinderd door lijstjes, kerst of andere problemen. Voelen dat je bestaat, verbonden met iets in jezelf. O ja, dit is wat verbinding betekent.

“Wat is nu je probleem?” klonk het door de telefoon. Niets, dacht ik. Er is geen probleem. “Misschien moet je vaker even naar de wolken kijken. Iedere dag even.”

Het was een uitstekende tip. Vlak erna begon het denken weer op te spelen. En het kerstlijstje was weer iets langer geworden.

Ik moet vaker naar de wolken kijken. Ik moet vaker naar de wolken kijken. Ik moet vaker…Mijn hoofd zit vol met onzin, maar daar kan mijn lief mee leven.  Verder gaat alles oké, dank u.

Vrede op aarde, iedereen veel welbehagen & fijne dagen!

En uiteraard tot meer lees volgende week.

Groeten, Seven.

About The Author

mm

Wilfried Defillet schrijft al jaren als freelance-journalist en was o.a. correspondent van GvA voor het district Deurne. Hij werkt mee aan buurtbladen zoals 't Vliegerke en Borgerblad

Leave a reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *