Zesling geboren

Gisteren kwamen in het Boekenbergpark zes nijlganzenkuikens uit het ei gekropen. Daarmee is de lente definitief ingeluid.

De nijlgans is van oorsprong een Afrikaanse vogel. Hij werd in Europa ingevoerd als ‘hebbeding’ voor kasteelvijvers of voor de vogelcollecties in dierentuinen. Waarschijnlijk zijn er exemplaren ontsnapt. De vogel kon zich handhaven in de vrije natuur. De eerste waarneming van de nijlgans in het wild in België dateert van 1870. Maar de beestjes zijn plots in aantal beginnen toe te nemen in de laatste kwart van de vorige eeuw. Volgens bioloog Dirk Draulans is dit toe te schrijven aan de opwarming van het klimaat: “Als tropische vogel is de nijlgans vrij gevoelig voor strenge winters en aangezien de frequentie van strenge winters afneemt, ligt de sterfte van de vogel waarschijnlijk een stuk lager dan vroeger.” Hoe dan ook, de nijlgans is geen zeldzaamheid meer in onze parken en natuurdomeinen.

De nijlgans is een dier dat erg zorgend en beschermend is voor zijn jongen. Het mannetje zal niet aarzelen om andere dieren en zelfs mensen aan te vallen als ze te dicht bij de kuikens komen. Het gebeurt dat ze zelfs achter joggers aanzitten als die niets vermoedend voorbij komen gelopen. Mensen met ornithofobie of vogelangst kunnen nu beter even om het park lopen dan erdoor. En wie een nijlgans achter zich aan krijgt, moet zich omdraaien en zich groot maken. Dan zal ook de vogel stoppen met zijn aanval.