Een zeldzame bloem

De bostulpen bloeien. Maar denk eraan: kijken mag, aankomen niet. En zeker niet plukken of uitgraven.

Zowel in het Rivierenhof als In het Te Boelaarpark komt een zeldzame bloem voor: de bostulp. Deze bloem die oorspronkelijk uit het Zuiden van Europa komt, is enkele eeuwen geleden hier ingevoerd. Maar de bloem is ondertussen terug ‘verwilderd’ en wordt bij de inheemse planten gerekend. De bostulp produceert moeizaam kiemkrachtige zaden en dan nog duurt het 6 jaren om in bloei te komen. De voortplanting gebeurt door onderaardse kloonbolletjes die worden gevormd door de niet-bloeiende planten. De tulpen in het Rivierenhof zijn uitgebloeid, in het Te Boelaarpark staan ze in volle bloei. Dat heeft te maken met de beschutting tegen de noorderwind en de waterhuishouding.

De bostulp is een zogenaamde ‘stinsenplant’ wat wil zeggen dat het een plant is die vooral in oude domeinen of op kerkhoven terug te vinden is. In tegenstelling tot wat zijn naam zou doen vermoeden is de plant geen bosplant. Stinsenplanten is een verzamelnaam voor een groep verwilderende voorjaarsbloemen. ‘Stins’, wat in het Fries stenen huis betekent, is een middeleeuwse benaming voor de destijds zeldzame stenen adellijke woningen. In het verleden hadden adellijke lieden geld en tijd om siertuinen aan te leggen en te onderhouden, waarbij ook aangevoerde planten vanuit andere gebieden werden aangeplant.