Select Page

Uit de nieuwskeuken van Seven: een stukje mijmeringen

Uit de nieuwskeuken van Seven: een stukje mijmeringen

Beste lezers,

“Je hoeft het niet te kunnen, je moet het WILLEN.”

Het is ochtend. Leegte, die open plek die haar volheid mist vraagt om wat troost als Lenaerts pent. Op dromen ligt de dag van vandaag prinsheerlijk in zijn lentebed. Een meiboom met veel kleurige linten nodigt ten dans.

Straks zullen vroege fietsers merken hoe een fris en pril lentebriesje probeert zijn weg te vinden tussen de bladeren. In de frisse ochtend zal een lijsterorkestje vergaderen, zonnestralen hun weg zoeken om hun gouden gloed te etaleren en zullen ergens in de nestwarmte warme momenten gedeeld worden.

Boer Nest is wakker. Door het geopende vensterraam ziet hij hoe overvol gezwollen de waterton dreigt te begeven, een klad kippen -balancerend op de rand er van- zich laaft en in de verte de kerkklokken luidkeels gelovigen lijken te lokken.

In een klein schriftje klinkt zacht een gedicht.

Bosteels leest : “Ik wil alleen zijn met de zee, ik wil alleen zijn met het strand. ik wil mijn ziel wat laten varen, niet mijn lijf en mijn verstand. Ik wil gewoon een beetje dromen rond de dingen die ik voel en de zee, ik weet het zeker, dat ze weet wat ik bedoel. Ik wil alleen zijn met de golven, ‘k wil alleen zijn met de lucht en luist’ren naar mijn adem. ik wil luisteren naar mijn zucht. Ik wil luisteren naar mijn zwijgen, daarna zal ik verder gaan en de zee, ik weet het zeker, zal mijn zwijgen wel verstaan.”

De “rosse”, gekruld in de slaap der gelukzalige poezen merkt niet hoe ik dwaal in mijn gedachtegang.

Op onze pleisterplaats -waar wij naast elkaar liggen- wisselen we geraamten van de feiten uit. We meten hun lengte en impact op onze stemming. We spannen koorden waarop we dansen. Het Jagt. Eerlijk gedicht, repliek wanneer ik iets wilde vertellen en woorden plots kon vinden, valt een schaduw over mijn ogen en strengen vingers zich ineen.

Wanneer ik nodeloos haper kijken muren misduidend mee, ik haal diep adem terwijl letters woorden rijgen in een zin.

Ergens buiten in een nauwe straatje -verlaten en blozend in zijn hemd- , klinkt een zachte zucht vederlicht als bijna uitgestorven, langs de ochtend van oplichtende lucht als iets wat onterecht was verworven.

In de vroege morgen kust nevel de lippen. Het is eigenlijk deels nog nacht, de slaap is al wakker. Tergend traag neemt de nieuwe dag -in stilte- haar bezit.

Het is koud en het ochtendlicht kruipt over jonge weiden, ontplooit haar zachte licht en beroert teder de bomen in een zucht van streling. In de beslotenheid van mijn schrijfkamer wacht ik tot straks de eerste lichtstralen zich zullen verweven met de stadsrand.

Bij een derde tas koffie proeven gedachten van ware liefde, een momentum alsof ik verdrink in een beker hartstocht.

De schrijftafel telt de doorstane stiltes terwijl mijn kort geknipte parelgrijze haren de juiste plooi zoeken.

Splinters van puur liefdesgeluk scheren als vogels in een duikvlucht door mijn hoofd, een fotobestand vol weemoed titelt woordeloos “houden van”.

Ik orden en letter wat woorden, laat de vroegte van de morgen gevoelens wekken terwijl ik in een klein schrift een quote lees en herlees. Terwijl de ontluikende dageraad de nacht overwint beven mijn vingers door bladzijden tekst heen. Ik aai de “rosse”, nipt aan een vierde tas koffie en lees een nieuwe paragraaf in een anonieme dichtbundel.

Ik moet denken aan boer Nest en zijn overvolle waterton. “Het is nooit de laatste druppel die een vat laat overlopen”.

Bij de buren scharniert piepend een hek, in de verte de echo van een sirene. Herman van Veen zingt over liefde van later.

Het is een ochtend, het is mei. Meiklokjes brengen geluk én ware liefde.

Groeten,

Seven

About The Author

mm

Wilfried Defillet schrijft al jaren als freelance-journalist en was o.a. correspondent van GvA voor het district Deurne. Hij werkt mee aan buurtbladen zoals 't Vliegerke en Borgerblad

Leave a reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *